Zwerven door Nederland

Onverwacht Nederland (en een beetje over de grens)

Langbroek: van Sterkenburg tot Sandenburg

De Brink met de historische kerk is het hart van het dorp (Neer)Langbroek. De kerk vormt een fraaie afsluiting van het intieme plein met in het midden een pomp met lantaarn uit 1893. Van de eenvoudig gebouwde gotische kerk uit het einde van de vijftiende eeuw zijn alleen de toren en het koor overgebleven. Het schip van de kerk is in 1870 herbouwd. Achter de kerk ligt het dorpskerkhof met enkele opvallende grafmonumenten van de Langbroekse adellijke families.

Het plein ligt in de schaduw van de drukke Wijkerweg/Cotherweg die de Langbroekerdijk doorsnijdt. Tot ver in de twintigste eeuw was er nog geen sprake van het dorp Langbroek. Oorspronkelijk, en eigenlijk nog steeds, was er sprake van de dorpen Neerlangbroek en Overlangbroek. De naam is samengesteld uit de woorden lang en broek ‘drassig laagland’, met de toevoeging neder ‘lager gelegen, stroomafwaarts’ ter onderscheiding van het hoger gelegen Overlangbroek.

Ridderhofsteden

Langbroek staat bekend om zijn vele kastelen die langs de Langbroekerwetering staan. Voor een verklaring hiervoor moeten we terug in de tijd. Na de afdamming van de Kromme Rijn bij Wijk bij Duurstede in 1122 werd op last van de bisschop van Utrecht het moerasgebied tussen de Kromme Rijn en de Utrechtse Heuvelrug ontgonnen. De Langbroekerwetering fungeerde hierbij als ontginningsbasis. De bisschop gaf de gronden in ruil voor politieke steun in leen aan Utrechtse edelen. Deze lieten versterkte woontorens (donjons) bouwen. In 1536 werden de meeste kastelen erkend als ridderhofstad waardoor de eigenaren (ridders) zitting konden nemen in de Staten van Utrecht. Langs de Langbroekerwetering werden behalve kastelen ook boerderijen en een kerk gebouwd.

Sommige woontorens zijn bewaard gebleven, andere zijn in de loop der tijd verdwenen of verbouwd tot kasteel of buitenplaats. Alle kastelen zijn particulier bewoond en niet toegankelijk voor bezoekers. Je kunt van de meeste ridderhofsteden alleen vanaf de weg een glimp opvangen. Op bijzondere dagen gaan de poorten open voor bezoekers.

Van Sterkenburg tot Sandenburg

Ooit stonden er langs de 12,5 km lange Langbroekerwetering 25 kastelen en woontorens. Sterkenburg en Sandenburg vormen twee uitersten, zowel qua afstand als qua bouwstijl. Sterkenburg lijkt met zijn ronde toren van verre op een versterkt kasteel. De geschiedenis van het kasteel gaat terug tot in de dertiende eeuw. In een weiland staat de opvallende duiventoren. Sandenburg, van oorsprong een veertiende-eeuwse woontoren, kreeg in de negentiende eeuw het aanzien van een sprookjeskasteel compleet met torentjes. Rond het kasteel ligt een park in Engelse landschapsstijl met hek, portierswoning, oranjerie en stal in dezelfde stijl als het huis.

Open Tuindagen

Een informatiepaneel bij de parkeerplaats schuin tegenover de kerk geeft suggesties voor vier wandelingen. De groene route (5,5 km) geeft een aardig beeld van het afwisselende landschap van landgoederen, weilanden en bossen. De wandeling voert langs het kasteel Lunenburg en over de landgoederen van Hindersteyn en Weerdesteyn.

Kasteel Lunenburg ligt verscholen tussen hoge bomen. Het landgoed heeft een aangelegde tuin met vijvers rondom de kasteeltoren en wordt omzoomd door een slotgracht waarin zwanen statig heen en weer zwemmen. Een keer per jaar wordt de tuin voor bezoekers opengesteld. Dit jaar is dat op 15 en 16 juni. Behalve een rondwandeling is er een terras, foodtruck, plantenverkoop en een kunstexpositie. Ook het aangrenzende Hindersteyn organiseert op de eerste zondag van juli en van september een Open Tuindag.

Kasteeldorp Zoelen

Vlak bij Tiel ligt het dorp Zoelen. Weg van de snelweg ademt het landschap nog altijd de sfeer van vroeger: een kasteel, boerderijen, boomgaarden en huizen langs de twee lange parallel lopende dorpswegen. De Stefanuskerk is een eerbiedwaardig rijksmonument waarvan de laatgotische toren rond 1500 gebouwd is.

Al in de Karolingische tijd moet er een kerkje gestaan hebben. De kerk met een toren die nog steeds van verre zichtbaar is, stond aan het begin van het verdwenen riviertje de Soel. Deze ‘modderige stroom’ mondde bij Zoelmond uit in de Lek. De korenmolen ligt vlakbij de kerk, net als de oude pastorie en het voormalige gemeentehuis annex oude dorpsschool. Naast de kerk prijkt nog steeds de oude herberg De Zoelensche Brug, ooit een veerhuis voor de oversteek van de Linge en nu een prima plek om onze wandeling te beginnen.

Kasteel Soelen en Aldenhaag

In 1884 beschreef dominee Craandijk in zijn boek Wandelingen door Nederland Zoelen als een ‘vrolijk en lieflijk landschap, om in de zomertijd een uitspanningsplaats te zijn voor de bewoners der omliggende steden en dorpen’, ‘een groot bos met daarin verborgen het kasteel Zoelen’. Het pad schuin tegenover de kerk loopt door het ‘bos’ naar het ‘verborgen’ kasteel dat op een klein rond eiland is gelegen. Het huidige kasteel en het bijbehorende koetshuis stammen uit de 17de eeuw. In die tijd werd rondom het kasteel een park aangelegd in de strenge barokstijl. De tuin werd een eeuw later deels heringericht in de romantische landschapsstijl. De geslaagde mengvorm van deze twee stijlen wordt wel de Soelense stijl genoemd.

In 1992 kwam het 157 ha tellende landgoed in beheer van Staatsbosbeheer die geleidelijk herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd aan lanen, zichtassen en doorkijkjes. In 2004 is de zuidas opnieuw ingeplant met bomen. Bijzonder aan het gebied zijn de clumps, boomgroepen omzoomd door weiland. Op het poortgebouw prijkt het wapen van de familie Verstolk van Soelen die het kasteel van 1775 tot 1845 bewoonde. Het kasteel wordt particulier bewoond en is niet toegankelijk voor bezoekers.

Door het park lopen we naar de motte Aldenhaag, een kunstmatige heuvel waarop oorspronkelijk een toren stond, eerst van tufsteen en later van baksteen. Rond 1365 werd de toren op last van de hertog van Gelre afgebroken en verscheen een nieuw huis op de plek van het huidige kasteel Soelen. Vele eeuwen later werd op de top van de motte het grafmonument van baron Johan Gijsbert Verstolk van Soelen (1776-1845) opgericht.

Vanuit het dorp is het een kwartiertje lopen (via het kasteelpark of de Beemdsestraat) naar de Zoelense Beemd waar het in de tuin goed vertoeven is onder het genot van thee, koffie of huisgemaakte appeltaart.

Stefanuskerk

Stefanuskerk
Stefanuskerk

Via de Achterstraat lopen we terug richting kerk om bij de Uiterdijk af te slaan en vervolgens de Kerkstraat in te lopen. Achter een hoge muur gaat een boomgaard schuil. De Kerkstraat eindigt bij de Stefanuskerk. Al in 1395 staat de kerk vermeld op de kerkenlijst van het bisdom Utrecht. Tegen de kerk staat een mooie, statige, voor twee derde bestaande tufstenen toren van 35 meter hoog. Deze rijst sprookjesachtig boven het in het groen gehulde dorp uit. In de kerk bevinden zich een prachtige preekstoel uit 1642, met daarop twee koperen lezenaars uit 1511. Verder een herenbank, grafzerken en rouwborden. Rond de kerk ligt het oude dorpskerkhof met enkele opvallende zerken.

De molen de Korenbloem aan de Molenstraat behoorde tot de goederen onder de heerlijkheid Zoelen. In 1775 werd deze ‘steene windkoornmolen’ gebouwd.

De Heeren van Soelen
Achterstraat 2, 4011 EP Zoelen
www.deheerenvansoelen.nl
open: do-zo vanaf12:00 uur

Benschop: tussen Boven-  en Benedeneind

Benschop strekt zich uit langs de kaarsrechte Benschopperwetering die de Lopikerwaard doorsnijdt. De bebouwing begint al ten westen van IJsselstein en eindigt na negen kilometer bij de buurtschap Polsbroek. Tussen het Boveneind en Benedeneind ligt het Dorp, de kern van het eigenlijke laagveendorp.

Omstreeks 1200 werd met steun van de heren van IJsselstein een kerk gebouwd. Rond het dorpsplein voor de kerk ontstond in de loop er tijd een kleine kern met een pastorie, school, rechthuis en enige winkeltjes en werkplaatsen van ambachtslieden. Ook nu nog is dit vriendelijke plein met zijn leilinden en dorpspomp het hart van Benschop.

Dorpsplein

De gedenksteen op het hoekpand herinnert aan de schrijver Herman de Man. Zijn ouders hadden hier een kleine winkel. In 1910 verhuisde de familie naar Oudewater. De Man schreef voornamelijk streekromans die zich voor een groot deel afspeelden in de Lopikerwaard. In 1986 hield de televisieserie Het wassende water, gebaseerd op zijn bekendste roman, Nederland gekluisterd aan de buis. De eerste steen van het theekoepeltje werd in 1828 gelegd en heeft altijd tot het hoekhuis behoord. De Grote of Sint-Nicolaaskerk ligt wat achteraf. Tegen de zijgevel is een fraaie zonnewijzer aangebracht.

Je kunt via het kerkhof een rondje om de kerk maken. ‘Godsakker’ staat er boven het toegangshek en bij het verlaten van het kerkhof zijn de indringende woorden ‘Zijt ook gij bereid’ te lezen.
Het huis op de andere hoek draagt het wapen – ‘van goud met een fasce van sabel, eene geëchequeteerde bande van twee tieres van keel en zilver brocherende over het geheel’ – van Benschop. Op deze plek stond tot 1989 het gemeentehuis.

Sint -Victorkerk

Vanaf het plein is de Sint-Victorkerk aan de overkant van het water te zien. In 1887 kregen de katholieken in Benschop een nieuwe stenen kerk ter vervanging van een houten noodkerkje. De kerk werd ontworpen door Alfred Tepe (1840-1920). De architect wordt vaak in één adem genoemd met de tot ver over onze grenzen bekende P.J.H. Cuypers (1827-1921), bouwmeester van onder andere het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam. Beide waren meesters van de neogotiek. De deur staat open en je kunt binnen een kaarsje opsteken in de Mariakapel en een blik werpen op het kleurrijke interieur. Rond de kerk is een spiritueel rustpunt ontwikkeld. De stiltetuin met waterpartij oogt op deze vroege lentedag nog wat kaal maar zal later in het voorjaar bezoekers en recreanten rust en spiritualiteit bieden. 

Rondje Benschop

Bij de brug staat een informatiepaneel van het Wandelroutenetwerk Utrecht. We besluiten tot een korte wandeling rond Benschop. De wandeling gaat voor een groot deel over onverharde paden door het open polderlandschap van de Lopikerwaard. We lopen langs Huis Zeldenrust, een voornaam herenhuis uit het begin van de 19de eeuw. Bij de buren buitelen de lammetjes over elkaar heen, terwijl opgewonden sprongetjes maken. Op deze vroege lentedag zet de schapenboer de deuren van de schuur open en mogen de schapen en lammeren naar buiten om te genieten van de zon en het jonge gras.


Langhuisboerderij

Langs de wetering staan tal van historische boerderijen. Om een van de mooiste boerderijen uit de streek te zien moet je een flink stuk lopen naar het Benedeneind Zuidzijde 279. Hier staat een langhuisboerderij uit 1561 waarvan de voor- en achtergevel nog grotendeels authentiek zijn. Bij een langhuisboerderij heeft het woon- en bedrijfsgedeelte één doorlopende kap. Ook is er nog een 17de-eeuwse betegelde schouw en een in vrijwel oorspronkelijke staat verkerende deel te zien.
Bij knooppunt 48 wacht een onaangename verrassing. Een groot bord meldt dat het wandelpad tussen 15 november en 1 juni gesloten is om de foeragerende ganzen in de winter en de broedende weidevogels in het voorjaar niet te verstoren. Een prima maatregel maar jammer dat het niet op het informatiepaneel vermeld stond. Een beetje teleurgesteld lopen we terug naar café ’t Plein voor een kopje koffie.

Café ’t Plein
Dorp 220
3405 BJ Benschop
open: do 15-1 uur, vr en za 15-1 uur en zo 14-22 uur.

Neerijnen, dorp aan de Waal

Neerijnen is gelegen aan de rivier de Waal en vooral bekend om het gelijknamige kasteel dat tot 2019 het stadhuis van de gemeente Neerijnen was. Maar sinds Neerijnen in 2019 opging in de  nieuwe gemeente West Betuwe staat het adellijke huis leeg. Het Stroomhuis, gevestigd in een voormalig schakelstation, is een bruisend cultureel centrum annex ‘UIT-spanning. Een aantal oude boerderijen en de oude dorpsschool aan de Van Pallandtweg geven het dorp sfeer.

Slagboom op de dijk

De slagboom op de Waaldijk vermeldt met sierlijke letters Tieler- en Culemborgerwaarden. Op de hoek van de dijk met de Voorstraat kun je nog met enige moeite in het venster boven de deur ‘Cafe Biljart Neerijnen’ lezen. Het etablissement is gesloten en door de nieuwe eigenaren verbouwd tot woonhuis. Het terras moet destijds een spectaculair uitzicht hebben geboden op de Rijswaard, een uiterwaard met een rijkdom aan planten, hooilanden, weilanden en een oude rivierloop, de Kil. In het voorjaar en de zomer bloeien de wilde kruiden hier uitbundig. ’s Winters vind je er grote groepen ganzen en eenden. Er loopt een wandelpad door de waard richting Waardenburg. Gelukkig is de horeca niet uit Neerijnen verdwenen, met Het Stroomhuis heeft het dorp nog steeds een café (echter zonder biljart).

Dorpskerk

Kasteel Neerijnen

Binnendijks pronkt het kasteel Neerijnen dat door een fraai parkbos is verbonden met het buurkasteel Waardenburg. De geschiedenis van beide kastelen is nauw met elkaar verbonden. Het huidige kasteel Neerijnen werd in circa 1600 gebouwd op de fundamenten van het oude huis Klingelenburg dat in 1574 werd verwoest. De eerste eigenaren van Neerijnen waren ook heer van Waardenburg. In 1974 werd het landgoed Neerijnen en Waardenburg door de laatste eigenaar aan het Geldersch Landschap overgedragen. Aan het einde van oprijlaan staat achter de ophaalbrug het kasteel enigszins zielloos te wachten op een nieuwe bestemming. Alleen de fontein in de kasteelgracht spuit uitbundig. 

Kasteeltuin en kerk

Appels & peren

De Kasteeltuin leverde tot het overlijden van Julie Elise baronesse van Pallandt van Neerijnen en Waardenburg in 1972 groenten, kruiden, fruit en bloemen voor de bewoners van het kasteel. Na haar dood raakte de tuin in verval totdat in 1996 vrijwilligers begonnen met het opknappen van de gebruikerstuin en deze in oude staat herstelde. Het is een  prachtig ingerichte tuin, waar de freule graag op het bankje onder de lommerrijke bomen had willen verpozen.
De neogotische Hervormde kerk valt op door het gebruik van een okergele steensoort. De kerk, een ontwerp van stadsarchitect A.M.A. Gulder uit het naburige Zaltbommel, werd in 1865 gebouwd en verving een oudere kerk. Het interieur bevat nog een eikenhouten preekstoel en de herenbank die gereserveerd was voor de bewoners van het  kasteel.

Aan de overzijde van de weg ligt achter de witte slagboom met Het Geldersch  Landschap het oude parkbos dat zich uitstrekt tot kasteel Waardenburg. Oorspronkelijk had het een barokke opzet, met rechte lanen, later zijn daar slingerende paden in aangelegd.

Het Stroomhuis

Het bospad langs de Voorstraat leidt naar het Stroomhuis, het voormalige onderstation van de toenmalige Provinciale Gelderse Elektriciteitsmaatschappij (PGEM). Het werd in 1951-52 gebouwd en verzorgde de elektriciteitsvoorziening in de Tieler- en de Bommelerwaard. In 1987 werd het oude schakelstation overbodig en ternauwernood van de sloop gered. Wat overbleef is een fraai industrieel pand waar je bij UIT-spanning Het Stroomhuis (www.hetstroomhuis.nl) terechtkunt voor een kopje koffie met lekkernijen of lunch. Daarnaast organiseert de stichting Stroomhuis Neerijnen activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en landschap.

Wandelen
Het Stroomhuis is ook het vertrekpunt voor drie wandelroutes: rood (rondje Waardenburg, 2,4 km), groen (Rondje parkbos, 1,6 km) en geel (Rondje kasteel, 1,6 km). Typisch wandelingen voor een lazy zondagmiddag.

Natuur en cultuur op de Zuid-Hollandse eilanden

Onder de rook van Rotterdam

Ten zuiden de metropool Rotterdam en van de drukke havens en van de uitgestrekte industriegebieden van Europoort en de Maasvlakte liggen de Zuid-Hollandse eilanden. Ooit waren Voorne-Putten, Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee vanuit Rotterdam alleen per veerboot en stoomtram te bereiken. Door de aanleg van bruggen, dammen en tunnels zijn de eilanden verbonden met de buitenwereld.

Middelharnis, dijk
Dijk, Middelharnis

De A15 van Rotterdam naar de Maasvlakte doorkruist het havengebied van Botlek en Europoort. Rijdend over deze altijd drukke weg kijk je uit over onafzienbare rijen containers, raffinaderijen en olieterminals. Een imposant gezicht, zeker als tegen het vallen van de avond de vele lichtjes het havengebied een surrealistisch karakter geven. Na de tunnel onder het Calandkanaal nemen we de afslag naar Brielle op Voorne-Putten, waar onze reis door de Zuid-Hollandse Eilanden begint.

Lees verder: TopCamper

Reizen over de bodem van de Zuiderzee

Oud-Kraggenburg op Schokland

Flevoland, op de bodem van de vroegere Zuiderzee, is duidelijk anders dan de andere elf Nederlandse provincies. Dat merk je als je de polder binnenrijdt: rechte lijnen, de ruimte, de strakke landbouwgronden en de natuur. Dit land is ontworpen op de tekentafel. Toch heeft Flevoland onverwachte schatten: de voormalige eilanden Urk en Schokland, de Batavia, scheepswrakken en vernieuwende architectuur.

Al in de 17de eeuw waren er plannen om de Zuiderzee af te sluiten en het land in te polderen. Gebrek aan technische en financiële middelen verhinderde dat echter. Pas na de zoveelste verwoestende stormvloed was de maat vol: op 14 juni 1918 werd onder minister Lely de Zuiderzeewet aangenomen. Deze wet voorzag in de afsluiting van de Zuiderzee en de drooglegging van enkele polders. In 1942, tien jaar na de afsluiting van de Zuiderzee, viel de Noordoostpolder droog. In 1957 volgde Oostelijk Flevoland en in 1986 Zuidelijk Flevoland.

Flevoland bestaat uit steden met moderne architectuur, onafzienbare akkers, afwisselende natuurgebieden en aantrekkelijke randmeren tussen de polders en het vaste land. Soms hielp de natuur een handje mee. Tussen Almere en Lelystad bleek een moerassig gebied moeilijk droog te malen. Zo ontstonden de Oostvaardersplassen. Het is een waardevol natuurgebied met moerassen, meertjes, graslanden en wilgenbossen.

Lees verder in TopCamper

Land tussen Noordzee en IJsselmeer

Weidsheid, rust en ruimte, dat kenmerkt het noordelijke deel van Noord-Holland. Daarnaast zijn er schone stranden, blonde duinen, vogelrijke natuurgebieden maar ook oude polderlandschappen. Langs de kust liggen bekende badplaatsen en in het waterrijke achterland de monumentenstad Alkmaar. Door hun ligging aan de Zuiderzee konden Hoorn, Enkhuizen en Medemblik uitgroeien tot bloeiende handelssteden met historische monumenten, grachten en havens.

Alkmaar meer dan Kaasstad

Alkmaar is het startpunt voor onze verkenningstocht door de Kop van Noord-Holland en West-Friesland. De oude binnenstad is prachtig bewaard gebleven. Grachten, monumenten, hofjes, ophaalbruggen en smalle straatjes geven Alkmaar een aangename sfeer. De stad heeft nog veel prestigieuze monumenten uit de 17de eeuw, zoals de Grote Sint Laurenskerk en het stadhuis.

Vanouds is Alkmaar bekend van de handel in kaas. Sinds 1365 wordt de kaas van de boerderijen uit de wijde omgeving hier gewogen en verhandeld. Dat gebeurde eerst op de kaden langs de Mient en later op het plein voor het Waaggebouw. Nog altijd wordt van april tot begin september op vrijdag van tien tot half een kaasmarkt gehouden. Kaasdragers met kleurige hoeden dragen de kazen op hun berries naar de waag om gewogen te worden. Een amusant spel dat door duizenden toeschouwers wordt gadegeslagen.

Dit artikel verscheen in TopCamper, nr. 22, oktober 2021.

Lees verder

Beusichem en de paardenmarkt

Hervormde kerk in Beusichem

Vanuit Culemborg loopt de Beusichemse Dijk oostwaarts langs de Lazaruswaard en Beusichemse Waard. De Lek maakt hier een enorme lus noordwaarts terwijl de dijk de bocht afsnijdt. Om in het centrum van Beusichem (Beusekom) te komen moet je even de dijk, die nu Lekdijk West heet, verlaten.

In 1884 tekende Jacobus Graandijk, de wandelende dominee, in zijn boek Wandelingen door Nederland met pen en potlood het volgende op toen hij Beusichem aandeed: ‘Toen de spoorbaan Utrecht en ’s Hertogenbosch nog niet verbond, was het Beusichemsche veer de plaats, waar de rijtuigen en postwagens tusschen die beide hoofdsteden de Lek overstaken. En al is die drukte belangrijk verminderd, nog steeds is ’t verkeer er levendig, vooral als ’t Beusichemsche paardenmarkt is.’
Nog steeds vaart het veer heen en weer over de Lek, al zijn de rijtuigen en postwagens vervangen door auto’s en fietsen. Het voormalige veerhuis, ooit wacht- en dranklokaal voor de pont, heet nu ’t VeerHuys waar op een zonnige dag bezoekers vanaf het terras de drukte rond het veer gadeslaan en van een pannenkoek genieten.

Rond de Markt

Rond de schaduwrijke langgerekte Markt staan de kerk, het (voormalig) gemeentehuis, enkele oude boerderijen en monumentale panden die namen dragen als De Zwaan, De Roskam en Dorpslust. Beusichem was tot 1978 een zelfstandige gemeente. Het plein wordt ‘opgesierd’ door een moderne muziektent. De toren en het koor van de Hervormde kerk dateren uit de eerste helft van de 15de eeuw; het witgepleisterde schip is 14de-eeuws. Tegen de muur hangt een gedenksteen die herinnert aan de vreselijke watersnoodramp van 30 januari 1809. ‘an 18 30/1 09 no / hier rust in ’t volkrijk graf, het achttiental van lijken / de prooi des watervloeds’, zo luiden de eerste regels. De verwoesting die water en ijs, opgezweept door de zware storm, hier aanrichtten, was onbeschrijfelijk. Jammer genoeg kun je de kerk niet van binnen bekijken; er hangt geen briefje waar je de sleutel kunt afhalen.

Paardenmarkt

Markt, Beusichem

Sinds 1461 werd eenmaal per jaar op de Markt een grote paardenmarkt en kermis gehouden. De huizen rond het marktplein fungeerden dan als herberg. Toen de paarden een steeds minder belangrijke rol vervulden in het leger, verloor de paardenmarkt aan betekenis. De Paardenmarkt wordt nog steeds op de derde zaterdag in juni gehouden, al is het evenement uitgegroeid tot een feestweekend met allerlei activiteiten, zoals kermis, keuring van paarden en pony’s, braderie, dweilorkest en diverse artiesten die optreden in de feesttent.

Theater Heerenlogement, klein podium voor grote artiesten, is gevestigd in een voormalige paardenstal. Het is een klein, sfeervol theater dat geliefd is bij publiek en artiesten. Regelmatig staan er grote namen op de planken. Het Heerenlogement werd al in de 16de eeuw genoemd, al heette het toen vanwege de jaarlijkse paardenmarkt ‘Het Sweerte Peert’. Nu is het een restaurant.

Een rondje Beusekom

Het Engelrodepad is een 16 km lange wandeling rond Beusichem. Het startpunt is het informatiepaneel op de Markt. Je kunt ook kiezen voor een rondje Beusekom. Of doorlopen naar Zoelmond en dan weer teruglopen naar Beusichem.
De Meent is een druk bezocht recreatiegebied. De plas is ontstaan door zandwinning ten behoeve van de aanleg van de provinciale weg van Culemborg naar Kesteren. Lopend naar Zoelmond passeer je het landhuis Engelrode waarvan de bouwgeschiedenis teruggaat tot ca. 1470. Het huidige landhuis dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw. Het fraaie kerkje aan het Plein in Zoelmond werd gebouwd rond 1400. Archeologische vondsten wijzen erop dat er hier zelfs ooit een Germaanse nederzetting is geweest. Via de Molenweg loop je weer terug naar de Markt in Beusichem waar een terras onder de schaduw van de bomen wacht.

Loop het rondje Beusichem (5,7 km), kaart.

Krista’s Koffiehoekje
Molenweg 1
Beusichem
Koffie ☕️ | Lunch 🍴 | Borrel 🍷in Beusichem
open: di-do 9-19 uur, vr-za 9-17 uur.
Leuke plek op korte afstand van de Markt.

Langs de sluizen van Vreeswijk

De sluis van Vreeswijk

De rivier de Lek en de sluizen hebben de ontwikkeling van Vreeswijk grotendeels bepaald. Het oude Vreeswijk heeft met zijn fraai gerestaureerde Oude Sluis, de Lekdijk, historische panden en smalle straatjes de sfeer van een rivierdorp. De aanwezigheid van het water is bijna voelbaar. De bankjes voor de houten schotbalkenloods op de dijk bieden een imposant uitzicht op het drukke scheepvaartverkeer over de Lek. Schepen draaien het Merwedekanaal in of zetten via het Lekkanaal koers naar Utrecht.

Rondje Vreeswijk
Het Rondje Vreeswijk, een 10 km lange wandelroute in de omgeving van Vreeswijk, is af te halen bij de Museumwerf Vreeswijk. Het is een ‘werkende’ werf, dat betekent dat er nog steeds schepen worden gerepareerd. In de werkplaatsen zijn vrijwilligers aan de slag in de plaatwerkerij, draaierij en timmerloods om onderdelen voor de historische schepen te repareren of te vervaardigen. In een losstaand roef op het werfterrein krijg je een indruk van het leven aan boord. Koken, eten, slapen, huiswerk maken; het dagelijks leven van de chippersfamilie speelde zich af in deze kleine benauwde ruimte. Geen wonder dat veel kinderen het schippersinternaat als een bevrijding ervaarden. Over het Prins Hendrik Internaat, dat in 2015 honderd jaar bestond, is tot de zomer een expositie gewijd. Je leest er ontroerende verhalen over het leven van schipperskinderen.

Het Bezoekerscentrum geeft een beeld van hoe de Vreeswijkse gemeenschap leefde van de schippers die moesten wachten voor het schutten in de sluis en hun inkopen deden in het dorp. Met de opening van de ver afgelegen Beatrixsluis in het Amsterdam-Rijnkanaal in 1938 verloren 23 kruideniers, 8 manufacturiers, 11 broodbakkers en nog tal van andere middenstanders hun inkomsten.

Oude Sluis
Vanaf het museum maakt de wandelroute een korte ronde door de binnenstad van Vreeswijk. De bordjes van het wandelnetwerk wijzen de weg. Het sfeervolle straatje de Oude Sluis is een waardige entree tot de binnenstad. Vanaf de brug kijk je op de komvormige Spuisluis of Rijkshulpsluis.

De Lekstraat ligt op de kop van een klein eiland tussen de Oude Sluis en Rijkshulpsluis. In 1373 werden er van stadswege ‘twe slusen van hout’ gebouwd, ter plaatse van de huidige Oude Sluis. De sluis verbond de Vaartse Rijn met de Lek. De aanleg van de sluis was een aanzienlijke verbetering omdat voordien de goederen over de Lekdijk moesten worden gedragen. Rondom het sluisje ontwikkelde zich in de loop der eeuwen Vreeswijk.

Vreeswijk

Rijkshulpsluis
In 1816 was de toestand van de Oude Sluis zo slecht dat deze werd afgesloten. Het scheepvaartverkeer werd tijdelijk via de Rijkshulpsluis gevoerd. In 1824 werd de gemoderniseerde sluis heropend. Met zijn zware sluisdeuren, brede trappen en een doorvaartbreedte van 8.05 meter behoorde deze tot de modernste van Nederland. Door de opening in 1892 van de Koninginnensluis in het Merwedekanaal verloor de Oude Sluis aan betekenis. De sluis is bij de dijkverbetering afgesloten en heeft geen schutfunctie meer. Wel is er nog een in- en uitlaat voor het water van de Lek voor de Utrechtse grachten.

Koninginnensluis
De panden langs de Dorpsstraat geven Vreeswijk het aanzien van een rivierdorp. Met enige fantasie zie je de drukte van destijds rond de sluizen voor ogen. De kloeke Sint-Barbarakerk aan  de Koninginnenweg werd in 1910 ingewijd. De wandeling steekt tweemaal het Merwedekanaal over. Eerst over de Wilhelminabrug, dan over de Emmabrug. De bruggen en de sluis zijn vernoemd naar de twee koninginnen die in 1892 de sluis openden. Het moeilijk voor te stellen dat de schepen soms in een lange rij lagen te wachten om geschut te worden.

Lekdijk

Vreeswijks Museum

De laatste etappe van het de wandeling gaat naar Fort Vreeswijk dat in 1853 werd aangelegd en onderdeel uitmaakt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het aarden werk diende ter verdediging van de sluizen die belangrijk waren voor het onder water zetten van een deel van de linie. Je ziet er nog een fortwachterswoning en een artillerieloods. Ook Het Vreeswijks Museum (voorheen Oudheidskamer) is er gevestigd.

Praktische informatie

Museumwerf Vreeswijk, Wierselaan 113, www.museumwerf.nl
Het Vreeswijks Museum, Fort Vreeswijk 1B, www.hetvreeswijksmuseum.nl

Utrecht, spiegel van Nederland

Bossen, heidevelden, landgoederen, boomgaarden, weiden en veenplassen maken Utrecht tot een ‘landschappelijke spiegel van Nederland’. De basis voor het landschap werd gelegd in de voorlaatste ijstijd toen het landijs de bodem tientallen meters opstuwde, de huidige Utrechtse Heuvelrug. Het westelijk deel van de provincie heeft met zijn weiden en veenplassen een meer ‘Hollands’ karakter.

Verspreid over de provincie liggen talrijke natuurgebieden die variëren van zandverstuivingen tot moerassen en van bossen tot natuurlijke uiterwaarden. De binnenstad van Amersfoort is rijk aan historische monumenten, lommerrijke grachten, onverwachte hofjes en aantrekkelijke musea. Ook Amerongen, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Oudewater zijn aantrekkelijke stadjes met een lang verleden. De vele kastelen en ridderhofsteden herinneren aan de bewogen geschiedenis van Utrecht.

Dit artikel is verschenen in TopCamper21, maart 2021

« Oudere berichten

© 2025 Zwerven door Nederland

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑